Help je kind minder te piekeren: praktische adviezen voor ouders met basisschoolkinderen

Piekeren, we hebben hier allemaal wel eens last van. Voor ons als volwassene is het al een hele kunst om hiermee om te gaan, want hoe zorgen we er nou voor dan onze piekergedachten plaats maken voor andere, positieve gedachten? Daar gaat deze blog over!

Als ouder van een (basisschool)kind kan het hartverscheurend zijn om je kind te zien worstelen met piekeren. Piekeren kan bij kinderen leiden tot slaapproblemen, concentratieproblemen op school en een algemeen gevoel van ontevredenheid. Maar wat is piekeren precies, en belangrijker nog, hoe kunnen we onze kinderen helpen? Hier is voor jou een blog met inzichten en praktische adviezen.

Wat is piekeren?

Piekeren is het proces waarbij iemand voortdurend nadenkt over problemen of negatieve uitkomsten, vaak zonder een duidelijke oplossing te vinden. Bij kinderen kan dit variëren van zorgen over schoolwerk en vriendschappen tot angst voor wereldgebeurtenissen, bijvoorbeeld doordat ze iets hebben gezien/gehoord op het (jeugd)journaal.

Waar komt piekeren vandaan?

Piekeren kan verschillende oorzaken hebben. Het kan deel uitmaken van de natuurlijke ontwikkeling van een kind, waarbij ze leren omgaan met nieuwe verantwoordelijkheden en sociale dynamieken. Het kan ook worden beïnvloed door de omgeving van een kind, zoals gezinsdynamiek, schoolstress en tegenwoordig ook mediagebruik. Erfelijkheid speelt ook een rol; kinderen van ouders die veel piekeren, hebben een grotere kans om zelf ook piekeraars te worden.

Wat kunnen we als ouder doen om onze kinderen te helpen?

  1. Open communicatie: moedig je kind aan om over zijn of haar zorgen te praten. Luister actief en zonder oordeel. Soms is het enkel nodig om een luisterend oor te bieden zonder direct naar oplossingen te zoeken.
  2. Stel een routine in: een voorspelbare routine biedt kinderen een gevoel van veiligheid en kan helpen om angstgevoelens te verminderen.
  3. Ontspanningstechnieken: leer je kind eenvoudige ontspanningstechnieken, zoals diepe ademhalingsoefeningen of mindfulness, om te helpen om meer rust in het hoofd te krijgen.
  4. Probleemoplossende vaardigheden: help je kind om problemen op te delen in kleinere delen en zoek samen naar passende oplossingen.

Wat moeten we juist niet doen?

  1. Het probleem negeren: ontkenning kan ervoor zorgen dat je kind zich onbegrepen voelt, waardoor het probleem kan verergeren. Pas daarbij ook op met opmerkingen als: ‘Ah joh, zo erg is dat niet’ of ‘Jeetje, dat is wel heel overdreven, stel je niet zo aan.’
  2. Overbezorgd reageren: hoewel het natuurlijk is om je zorgen te maken, kan overmatige bezorgdheid je kind angstiger maken. Probeer kalm en ondersteunend te blijven, reageer rustig en denk daarbij zelf ook aan je ademhaling. Kinderen voelen ons namelijk haarfijn aan!
  3. Het probleem overnemen: in plaats van problemen voor je kind op te lossen, is het beter om hen te begeleiden bij het vinden van hun eigen oplossingen. Daarbij is het weer van belang om heel goed te luisteren, niet te oordelen, maar erkenning te bieden en oplossingsgerichte vragen te stellen. Even een stilte tussendoor doet ook wonderen, dit geeft jouw kind de tijd om na te denken, zonder dat ze worden afgeleid door een volgende vraag.

Wat kunnen we zeggen tegen onze kinderen?

  1. “Het is oké om je zo te voelen.” Erkenning van de gevoelens van je kind is heel belangrijk. Laat je kind weten dat iedereen weleens piekert en dat het normaal is om soms bezorgd te zijn.
  2. “Kun je me meer vertellen?” Moedig je kind aan om te delen wat hen dwarszit. Dit helpt niet alleen om hun gedachten en gevoelens te verwerken, maar geeft jou ook inzicht in hoe je kunt helpen.
  3. “Laten we samen kijken wat we kunnen doen.” Dit benadrukt teamwork en geeft je kind een gevoel van controle en betrokkenheid bij het vinden van oplossingen.

Door een ondersteunende en proactieve aanpak te hanteren, kunnen we onze kinderen helpen hun piekergedachten te beheersen en ze sterker te maken voor de uitdagingen die voor ons liggen. Het allerbelangrijkste is dat ze weten dat ze niet alleen zijn in hun zorgen en dat hun ouders er zijn om hen te ondersteunen en te begeleiden.